-
1 Karren
Karren〈m.; Karrens, Karren〉3 〈informeel; pejoratief〉vehikel, (oude) kar♦voorbeelden:den Karren laufen lassen • de hele boel maar laten waaienfür jemanden den Karren aus dem Dreck ziehen • voor iemand iets opknappender Karren ist total verfahren • de boel is hopeloos in 't honderd gelopen -
2 der Karren ist total verfahren
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Karren ist total verfahren
-
3 verfahren
verfahren11 in 't honderd gelopen ⇒ vast-, misgelopen————————verfahren21 te werk gaan ⇒ handelen, optreden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verkeerd rijden, varen
См. также в других словарях:
Dutch grammar — series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia